Donderdag 29 maart is een bijzondere en tegelijk gekke dag. Ik nam in die week van veel dingen afscheid, er kwam een einde aan heel veel dingen en ook staan er nieuwe avonturen te wachten.
Mijn laatste dag op stage was ik eerder klaar met werken dan normaal. Maar ik moest het kantoorpand ook uit voor 13:00, dus eigenlijk kwam het super goed uit. Na de lunch nam ik afscheid van mijn collega’s en besloot ik een wandeling te maken over de heide achter het landgoed. Voorzichtig nam ik afscheid van dit alles. Ondanks dat ik bijna elke week in een andere hotelkamer sliep voelde de plek toch als mijn thuis. Zeven maanden lang werkte, at en sliep ik daar en dat zorgde ervoor dat ik een bijzondere band opbouwde met het landgoed.
Voor ik het wist was het tijd om naar school te gaan. Op naar mijn laatste lesavond als derdejaars. Echt bizar, dat ook het schooljaar van het derde jaar voorbij is! De komende tijd ga ik nog wel naar school omdat ik nog één vak moet volgen en om overige schoolzaken af te maken. En dan kan ik deze zomer beginnen met afstuderen. Maar zonder te veel in te gaan op de toekomst… ook deze avond nam ik afscheid van iets.
Na school besloot ik om naar het station te lopen. Ik liep door de straat waar ik meer dan een jaar in Utrecht heb gewoond. Meteen zodra ik de straat inliep viel me op dat een leeg pand eindelijk gevuld is met een nieuw bedrijf. Een stukje verder sta ik voor mijn oude huis. Nog steeds brandt er geen licht. Vorige zomer zijn mijn hospita’s verhuisd en sindsdien ondergaat het gebouw een renovatie. Ik weet niet wat ik gekker zou vinden: als het bewoond zou zijn of dat zoals nu het pand leeg is. Ik hoorde klanken van muziek zodra ik verder liep. Waar ooit een snackbar zat die altijd verlaten leek te zijn, zit nu een hippe pizzeria waar de zaken goed lijken te gaan. Door het raam zie ik de wijnglazen gevuld en lachende gezichten. Een gebouw waar ooit een architect zat, zit nu een barbershop waar zelfs op het late tijdstip nog de haren van verschillende mannen worden bewerkt.
Maar het is wanneer ik bij de jaarbeurs ben dat ik verrast werd. Ik zag een nieuw restaurant zitten die niet te missen valt door de neonlichten. Nadat mijn ogen gewend waren aan het felle licht viel mij op dat de trap richting het station af is. Ik beklom de trap en terwijl ik dat deed voelde het alsof ik me in een andere wereld bevond. Ik liep over een groot plein tussen hoge gebouwen. Dat is het moment dat ik me zo ontzettend klein voel op deze wereld. De mens zet de wereld niet naar zijn hand, maar bouwt een nieuwe bovenop de oude wereld. Ik beklom de laatste treden en het uitzicht benam mijn adem. De nieuwe gebouwde wereld liet mij de skyline zien van het oude stadcentrum, maar recht voor mijn neus kan ik de treinsporen zien, het busstation en mensen die zich een weg banen door het leven.
Op 29 maart nam ik niet alleen afscheid, maar verwelkomde ik ook al het nieuwe. Ik realiseerde me dat terwijl ik het uitzicht nog steeds bewonderde. Dan is het tijd om voor de laatste keer terug te gaan naar het landgoed om daar nog één keer te slapen. Wanneer ik richting mijn hotelkamer liep besloot ik om nog even buiten te zitten en te staren naar de donkere hemel en de volle maan. Terwijl ik daar zit sprong een haas voorbij. Hij stopte zodra hij me zag. We keken elkaar aan. Voor ik het wist sprong de haas verder. Op naar het bos.
Misschien zal je het niet geloven, maar de dag dat ik werd aangenomen op het landgoed stond ik oog in oog met een hert. Ik denk dat het geen toeval is, dat ik op mijn laatste dag stage oog in oog stond met een haas. Wellicht is dat het landgoed die mij verwelkomde en gedag zei.
Nog even genoot ik van de stilte van de nacht voordat ik naar bed ging.
Liefs,
Wat heb je dit toch mooi geschreven! Op naar het volgende avontuur