Elke keer wanneer ik verhuis, ergens anders ga werken en een nieuw avontuur aan ga, dan mag ik elke keer wennen aan een geheel nieuw ritme. Want wat werkt op de ene plek dat werkt meestal niet bij een nieuw avontuur.
Of ik het erg vind om steeds weer te wennen aan een nieuw ritme? Nee, eigenlijk niet. Het kan alleen wat onhandig zijn. Met name in drukke tijden. Maar eigenlijk vind ik het heerlijk! Ik ben namelijk snel verveeld, uitgekeken op bepaalde situaties. Mijn levensstijl van steeds verhuizen past daarom eigenlijk wel heel goed bij me.
Met regelmaat krijg ik de vraag hoe ik dan zo’n nieuw ritme ontwikkel. En daarom leg ik het uit in deze blogpost. Mocht het je geheel ontgaan zijn: ik ben verhuisd naar Meppel en woon daar op het moment net iets meer dan een maand. Het vinden van een ritme hier ging eigenlijk gemakkelijker dan ooit te voren. Naast dat ik nu al zo ontzettend vaak een nieuw ritme bij mezelf heb aangemeten, speelt er in dit geval ook een paar andere factoren mee. Zo kan ik deze keer mijn hele ritme zelf bepalen. Ik hoef geen rekening meer te houden met stage of school. Daarnaast merkte ik al snel dat het wijs is om mijn ritme aan te passen op die van mijn huisgenoot. Dat betekent echter niet dat we rond dezelfde tijd opstaan. Integendeel juist.
Op dagen wanneer mijn huisgenoot niet werkt dan sta ik tussen 06:30 en 07:00 op. Ik ga dan al vroeg aan de slag, zodat ik halverwege de middag al vrij ben zodat we samen iets leuks kunnen doen of gewoon even helemaal niets. Op dagen wanneer zij moet werken, dan sta ik pas op wanneer zij de deur achter haar dicht trekt om naar werk te gaan. Ze is dan meestal pas om 18:20 in de avond thuis voor mij genoeg tijd om te werken.
Ik ben iemand die eigenlijk nog met mijn ontbijt voor mijn neus al aan het werk gaat. Rustig wakker worden door alvast wat mails door te nemen en een actieplan voor die dag te bedenken. Ook heb ik een algemene to do-list. Ik plan dan per dag in wat ik zou willen doen en wat ik denk wat haalbaar is voor die dag. Met mijn mails beginnen is iets wat ik zo gewend ben om te doen door mijn eerste kantoorbanen. Het is blijven hangen.
Na mijn mails ga ik aan het werk afhankelijk wat er op mijn planning staat. Een paar uur later ga ik lunchen, dan zet ik al mijn werkzaamheden aan de kant. Daarna volgt meestal een wandeling. Even een frisse neus halen. In de middag ben ik van mezelf niet super productief. Ik ben namelijk niet gemaakt voor de middagen. Ochtenden en avonden vind ik prima en daarom crash ik meestal in de middag. Mijn werkzaamheden zijn daarom dan wat lichter zoals het opmaken van blogposts, fotograferen en nog een laatste ronde mailbox checken. In de avond heb ik de meeste inspiratie, dus dan schrijf ik. Ik krijg dat ook niet op een andere plek in mijn ritme. Maar hé, inspiratie kan je dan ook niet dwingen.
Zo zien mijn dagen er uit. Laatst had ik iets van drie of vier verschillende afspraken in de randstad en ook nog op vier verschillende dagen. Dan ben ik ook veel onderweg. Meestal werk ik vijf dagen per week. Ik heb niet altijd standaard weekend in het weekend. Soms is het doordeweeks en andere keren heb ik een gebroken weekend, bijvoorbeeld: een dag op de zaterdag en een dag op de dinsdag.
Welk ritme werkt voor jou het beste?
Liefs,
Leave a Reply