Vaak krijg ik de vraag op het platteland of ik stads ben en in de stad zien ze me als een boerenmeid. En ik? Ik vind… dat kan je lezen in deze blog.
Met de auto rijd ik naar het treinstation. Die ochtend ben ik vroeg op voor een meeting in de stad Utrecht. Deels werk gerelateerd, maar voornamelijk bijkletsen met een vriendin die ik in tijden al niet meer heb gezien. Zij is een fantastische sparringpartner die er altijd voor zorgt dat ik mijn ideeën beter kan vormgeven.
Een reden waarom ik vroeg op ben, is omdat ik iemand ben die in de ochtend graag haar tijd neemt. Goed ontbijten, checken of alles in de tas zit en hup nog even make-up op. Dat laatste mis ik altijd enorm als ik voor langere tijd boven de rivieren ben. Zelfs in de kleinere steden hier is het lang niet zo vanzelfsprekend dat je veel make-up op hebt. Terwijl ik er juist van kan genieten samen met een uitgesproken lipkleur.
Eenmaal in de auto voel ik me langzaam maar zeker steeds fijner
voelen wanneer ik afzak verder het land in. Twee treinen later sta ik dan in
Utrecht. Mijn Utrecht. Een stad waar ik voor mijn doen lang in heb gewoond en
waar ik een leven heb opgebouwd.
Na een rondje wandelen ga ik naar een Libanees restaurant waar ik heb
afgesproken met een vriendin. Ik moet lachen bij het idee dat ik dit soort
eettenten mis in het Noorden van het land. Een plek waar ik als vegetariër niet
eerst de kaart hoef te checken voor ik er afspreek, want ik weet dat er genoeg
opties zullen zijn. Toch ben ik verbaasd dat ik zelfs een latte kan krijgen met
sojamelk. Mijn vriendin die tegenover me zit verteld me juist dat de stad
steeds vegan vriendelijker wordt. Fijn voor mij wie ook zo veel mogelijk
veganistisch probeert te eten.
Hoe leuk het ook is zo’n eettent. Ik ben het niet helemaal gewend waardoor ik vaak vraag aan mijn vriendin wat het is wat er op de menukaart staat. Op het platteland zou een Libanese eettent allesbehalve vanzelfsprekend zijn. Eigenlijk is uiteten daar veel minder een ding. Dat doe je alleen met bijzondere gelegenheden en wanneer je een dagje uit gaat. Niet gewoon om even een vriendin weer te zien. Dan zou je boven de rivieren juist een kop koffie drinken bij elkaar.
Met andere mensen spreek ik weleens over dat er veel cultuurverschillen zitten tussen het platteland en de stad. Vaak krijg ik de opmerking naar me hoofd geslingerd dat we toch allemaal één Nederland zijn. Ja, op zich kan ik me daar wel in vinden. Maar dat betekent niet meteen dat het niet mogelijk is dat er meerdere culturen zijn.
In de stad voel ik me levendig, het is een plek waar ik mezelf
veel beter kan uitten. Dat kan door kleding of make-up. Het is voor mij dan ook
heerlijk om weer even in de stad te zijn.
In de avond kom ik terug op het treinstation en stap ik in de auto. Terwijl de
avond al donker is gekleurd, schijnt de maan fel. Een plek van stilte waar je ’s
nachts nog een haarspeld kan horen vallen. Waar ik graag naar het bos mag om te
wandelen. Uren geen mens tegenkomen. Ook dan krijg het ik levendige gevoel.
Stad of platteland. Beiden hebben wat. En ik ben er dol op! Elke plek heeft zo zijn voor- en nadelen. De afwisseling vind ik heerlijk. Mijn werkweek kan beginnen boven de rivieren en voor een meeting kan ik een dagdeel in de stad zijn. Om de rest van de week vanuit huis te werken om vervolgens weer naar de stad te gaan in het weekend om vrienden te zien.
Dit is mijn antwoord. Beide waardeer ik enorm en ik zou ook niet zonder één van de twee kunnen. Ik ben niet stads of plattelands.
Liefs,
Herkenbaar! Ik denk dat er inderdaad binnen Nederland enorme verschillen zijn.
Fijn om te weten dat ik niet de enige ben met dit gevoel! 🙂